Meestal maak ik aan de hand van mijn weekmenu’s een zorgvuldig opgesteld boodschappenlijstje en probeer ik uit de winkel niets mee te brengen dat niet op mijn lijstje staat. Maar af en toe, wanneer ik in de groenteafdeling van de supermarkt kom, kijk ik even naar links en naar rechts, en floep ik dan snel een avocado (soms twee!) en wat extra tomaten in m’n winkelkar, alsof ik plots deel uitmaak van een of andere slechte spionagefilm en ik iets aan het doen ben wat het daglicht niet mag zien. Enkele dagen later doe ik dan net alsof ik er niets aan kan doen dat er ineens een rijpe avocado in de fruitmand ligt, en dat ik dus geen andere keuze heb dan dit broodje nog eens te maken. Ah ja, want een avocado weggooien, dat doe je toch niet, zeker? De straf daarvoor is immers eeuwige spijt. Ik verdenk mezelf ervan zo omslachtig te werk te gaan omdat dit zo zalig zondig smaakt. Bree van Desperate Housewives dacht het ook al: ‘ Anything that good has got to be sinful. ’ Ik moet mezelf er