Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit september, 2012 tonen

Elke dag is veel te veel reizen

Once upon an April day 2010… Al vijf jaar lang ben ik altijd ergens onderweg. Van september 2005 tot en met juni 2009 heb ik bijna dagelijks de bus van Lier naar Antwerpen genomen om naar de les te gaan en daarna weer van Antwerpen naar Lier, naar huis. En dan zwijg ik nog over de twee dagelijkse metroritten. Het goede-studente-gen brengt soms meer last met zich mee dan me lief is. Een kot kostte te veel. En een treinabonnement ook. Een Buzzy Pazz dan maar. Vol goede moed begon ik eraan op mijn allereerste schooldag in het hoger onderwijs. Ik zag het volledig zitten. Dat gevoel moet ik toch zeker euhm… zo’n uurtje hebben kunnen vasthouden. Denk ik. Het kan ook iets minder lang geweest zijn. Laten we niet op een uurtje kijken. Ik had heel vaak heel veel redenen om te klagen en te zagen. Ik moest vaak opstaan om 06.15. Ik miste talloze bussen of stond er alles samengeteld uren, misschien zelfs dagen, op te wachten. Wanneer ik te laat was, waren bussen op tijd. Wanneer

Chili sin carne

Merlot en ik waren het erover eens. Mijn chili sin carne was ongetwijfeld het lekkerste gerechtje uit onze Post-Salzburg Veggie Week . De geuren van de kruiden en de kleuren van de groentjes doen je vergeten dat je geen vlees bent aan het eten. Chili sin carne maken voor twee, ik doe daar niet aan mee. Van stoofpotjes maak ik altijd een hele pot, zodat er zeker nog is voor de volgende dag, wanneer de smaak nog lekkerder is geworden! Niet minstens twee dagen van een stoofpotje eten, vind ik een beetje zonde van de moeite. Dit recept is dan ook voor 2 personen voor 2 tot 3 dagen, afhankelijk van hoeveel honger je tafelgenoot en jij hebben en wat je erbij serveert.   Wat heb je nodig? Groentjes Twee grote uien – één gewone en één rode ui – 3 à 4 teentjes knoflook , 4 à 5 wortels , 3 à 4 takken groene selder , 1 à 2 zoete puntpaprika’s , één courgette , 5 tomaten en een blik rode kidneybonen . Dat zijn heel veel a-accent-grave’tjes in één zin, maar koken is geen

Post-Salzburg Veggie Week

In een typische week maak ik zo’n twee keer vis en minstens twee keer een vegetarisch gerecht. Dat wil zeggen dat ik doorgaans meestal maximum drie keer in de week een gerecht maak met vlees. En als ik “een gerecht met vlees” zeg, mag je dat meestal opvatten als een pasta waar een beetje parmaham bijzit, één kipfilet in blokjes voor twee of een pastasaus met maximum 100 g gehakt of 50 g spekjes per persoon. Bij mij kloppen de algemeen aanbevolen verhoudingen “de helft groenten, een vierde koolhydraten (aardappelen, pasta, rijst…) en een vierde vlees” per maaltijd bijna altijd. Niet uit principe, maar gewoon omdat ik groentjes het lekkerst vind. Als het aanwezig is, speelt vlees in mijn gerechten steeds een bijrol. Ik hoor dat veel mensen echt kunnen “genieten van een stuk vlees”. Dat gevoel is mij compleet vreemd. Rood vlees zet ik dan ook amper op het menu, en als ik dat doe, is het vaak om Merlot een plezier te doen. Liefde bij ons is af en toe vlees klaarmaken. Nu, ik ho

Ongedroomde Dromen

Once upon an April day 2010… Bij Illiveris worden dromen die ik niet durf dromen werkelijkheid. Alles waarvan ik dacht dat het niet bestond behalve in de filmwereld binnen de stadsmuren van Hollywood, blijkt echt waar te zijn. Je kan echt wakker worden door het priemende zonlicht in de slaapkamer om dan te merken dat je liefje liefdevol en glimlachend naar je aan het kijken was terwijl je sliep. Mensen maken samen koffie en ze zingen en dansen ’s ochtends echt in de keuken nadat ze al leunend tegen het aanrecht verse fruitsla hebben gegeten. Filmochtenden bestaan. Het kan echt leuk zijn om met zijn tweetjes Trivial Pursuit te spelen op bed. Werkelijk uren kunnen voorbijgaan in één seconde wanneer je druk bezig bent met spelen, stoeien, snoezelen en snuffelen. Filmavonden bestaan. Meisjes dragen een jurk, jongens een kostuum. Ik leef in een film. Het is niet een fake take 22, het is allemaal spontaan en sprookjesachtig waar. Sinds ik Illiveris ken, waag ik me niet meer

Aards Tranendal & Hemelse Liefde

Once upon a day in March 2010… Een moeder is een kostbaar iemand. Ze zorgt en verzorgt je, ze troost je. En het enige verdriet dat ze je aandoet, is te sterven en je alleen te laten. Ik wist dat ik te gelukkig was. Donderdagochtend 25 maart 2010. Ik voel Illiveris dicht bij mij kruipen. Zijn handen strelen mijn lichaam, hij volgt de golvingen van mijn taille, over mijn heupen en gaat langzaam op zoek naar mijn bips. Zijn lippen zoenen mijn schouders. Ik open mijn ogen en zie hem glimlachen naar mij. Het is een filmochtend. Ik voel me bijzonder, geliefd en begeerd. Ik ben gelukkig. Op dat moment is er niemand anders op de hele wereld, enkel wij twee zijn van belang. Eén sms verandert dat. Met drie zinnen word ik uit mijn veilige liefdesbubbel gehaald. ‘Ons oma is heel ziek. Misschien sterft ze vandaag. Kom als ge thuiskomt naar het Zwart Zusters.’ Enkele seconden lang staar ik roerloos naar de woorden op mijn gsm. Fysiek scheelt er helemaal niets met mijn

De Voedselzandloper

Als kind was ik een dikkerdje. Ik was een mollig ros meisje met sproeten en hamsterwangetjes. Tot op zekere leeftijd is dat schattig. Drie of zo. Maar als je in de lagere school niet meer in een broek in maat 42 past, klopt er iets niet. Ik werd stilaan het cliché van “die lelijke rosse”. Ik besefte dat ik m’n rode haren geen eer aandeed en ik maakte de klik. Van zelfs-niet-meer-maat-42 ging ik naar beneden tot maat 34 à 36(*). En ik ging niet meer terug. Hoe deed ik dat? Door gezond te gaan eten. Zonder het zelf te beseffen, deed ik wat Kris Verburgh zo’n 12 jaar later zou gaan neerschrijven in zijn boek ‘De Voedselzandloper’. Wil je afvallen? Eet dan gezond! Het is echt zo simpel. Het werkt en blijft werken. Ik ben het bewijs. (*) Soms heb ik maat 34, soms maat 36. Al hangt dat meer af van de broek of rok in kwestie dan van mezelf. Echt waar. 'Miss T.'   – Walter de la Mare Of ook wel ‘ A moment on the lips, forever on the hips.’ Nu ja, bij mij gaat het n

Rodekoolsoep

Ik heb lang getwijfeld voor ik voor het eerst rodekoolsoep durfde te maken. Het intrigeerde mij ontzettend, want het was zowat de enige groente waarvan ik nog nooit soep had gemaakt, maar de kleur die ik me erbij voorstelde schrikte me af. Bovendien vond ik het een vreemd idee om de smaak van rodekool in een soep te hebben, ik bedoel daarmee in lopende vorm. Bij die smaak verwacht je te moeten kauwen. Of zoiets. Maar mijn nieuwsgierigheid won zoals steeds. En nu begrijp ik zelf helemaal niet meer waarom ik het ooit vreemd vond. Rodekoolsoep is superlekker. Echt! Zelfs Nankin, Merlots broer, die eigenlijk geen rodekool lust, moest toegeven dat mijn soep lekker was. En aan de kleur (dieppaars) ben je gewend nadat je de soep voor de tweede keer hebt gemaakt, wat je bijvoorbeeld kan doen voor een Halloweenetentje voor vrienden die nog nooit rodekoolsoep hebben gegeten. Wat heb je nodig? Vlees Een bakje spekjes . Ik neem er telkens eentje van die spekjes die met twee b

Salzburg

Van vrijdag 20 tot en met donderdag 26 juli 2012 bezochten Merlot, zijn mama Myrtille, zijn stiefpapa Fandango, zijn nonkel Gourmand & tante Maure en ik Salzburg, de stad van The Sound of Music . Salzburg is een prachtige stad, omgeven door majestueuze bergen. Ik werd op slag een beetje verliefd op Oostenrijk toen ik de adembenemende bergen voor het eerst aanschouwde. Het land schonk me een onvergetelijke en onverwacht zonnige vakantie. Maar echte liefde, daartoe zal het nooit komen. Wij zijn immers te verschillend als het aankomt op eetgewoonten, Oostenrijk en ik… W e hadden gekozen voor de optie halfpension: eten wat de pot schaft dus. Onze eerste maaltijd in Salzburg begon met soep. Ik hou van soep. Soep is gezond. Soep is veelzijdig. Soep is altijd lekker. Wanneer ik aan soep denk, zie ik rode tomatensoep voor mij, of groene courgettesoep, zelfs paarse rodekoolsoep . Groentjes zijn altijd de basis. Ik ben niet veeleisend. Eender welke groentjes zij