In een typische week maak ik zo’n twee
keer vis en minstens twee keer een vegetarisch gerecht. Dat wil zeggen dat ik doorgaans
meestal maximum drie keer in de week een gerecht maak met vlees. En als ik “een
gerecht met vlees” zeg, mag je dat meestal opvatten als een pasta waar een
beetje parmaham bijzit, één kipfilet in blokjes voor twee of een pastasaus met
maximum 100 g gehakt of 50 g spekjes per persoon.
Bij mij kloppen de algemeen aanbevolen verhoudingen
“de helft groenten, een vierde koolhydraten (aardappelen, pasta, rijst…) en een
vierde vlees” per maaltijd bijna altijd. Niet uit principe, maar gewoon omdat
ik groentjes het lekkerst vind.
Als het aanwezig is, speelt vlees in
mijn gerechten steeds een bijrol. Ik hoor dat veel mensen echt kunnen “genieten
van een stuk vlees”. Dat gevoel is mij compleet vreemd. Rood vlees zet ik dan
ook amper op het menu, en als ik dat doe, is het vaak om Merlot een plezier te
doen. Liefde bij ons is af en toe vlees klaarmaken.
Nu, ik houd niemand voor de gek, zeker
mezelf niet: een echte vegetariër ga ik nooit worden. Daarvoor is het te laat.
Ik heb mijn spaghetti immers al geproefd. En daarna is er geen weg meer
terug. Maar mijn vegetarische dagen, daar blijf ik van genieten. Groentjes zijn
mijn biefstuk.
Spaghetti |
Nadat ik terugkwam van Oostenrijk, vanaf
nu beter bekend als “Land Vol Vlees”, rende ik dan ook gillend naar de winkel
en plunderde ik de groenteafdeling voor Merlots en mijn Post-Salzburg Veggie Week. Ons weekmenu stond al vast. Dat had ik bedacht terwijl ik in Salzburg de
zoveelste hap cordon bleu naar binnen stompte.
Dag 1: Paddenstoelenslaatje met
honing-mosterddressing
Dag 2: Slaatje met koude patatjes en
yoghurtdressing
Dag 3: Pasta met tomatensaus, spinazie
en paddenstoelen
Dag 4: Groentjescarbonara
Dag 5: Pasta met auberginekaviaar
Dag 6 & 7: Chili
sin carne met couscous
Dag 8: Paddenstoelenpasta met yoghurt
Tijdens Post-Salzburg Veggie Week…
- werd ik oprecht blij van een bord vol groentjes, mijn vriendjes vol vitamientjes.
- at ik de eerste dag echt alleen maar groenten. Geen pasta. Geen patatjes. Geen couscous. Geen rijst. Geen brood. En – een beetje tot mijn eigen verbazing – geen honger.
- stond ik ervan versteld hoe snel enkel groenten een berg eten vormen.
- at ik voor de eerste keer aubergine. En ontdekte ik dat ik dat lekker vond.
- maakte ik chili sin carne die net zo lekker was als mijn chili con carne.
- heeft Merlot nooit geklaagd en naar eigen zeggen altijd lekker gegeten.
- miste ik – zoals ik al had verwacht – absoluut geen vlees.
- speelde ik met het idee om zolang door te gaan tot ik zin zou krijgen in een stukje vlees. Ik had nog inspiratie genoeg voor verschillende vegetarische gerechten voor minstens een maand. Maar aangezien mijn lichaam een beetje begon te protesteren met duizelingen en Merlot wel van vlees houdt, besloot ik om het toch maar bij één week te houden.
Reacties
Een reactie posten