Once upon a February day in 2010…
Natuurlijk mis ik Illiveris niet. Drie
maanden geleden kende ik hem nog niet eens. Is het nog geen drie maanden
geleden? Ik kan me niet meer herinneren hoe het was zonder hem. Met wie had ik eindeloze conversaties? Naar wie of wat
keek ik uit? Aan wie dacht ik de hele tijd? Wat deed ik de hele tijd?
De tijd doet anders sinds ik Illiveris
ken. Tijdens zijn blok, toen we enkel konden uitkijken naar onze vaste
nachtelijke internetafspraak, tikte hij trager. Terwijl we dan praatten, raasde
hij echter ongenadig en onverklaarbaar verder. De seconden en minuten tikten
veel te snel weg. Wanneer Illiveris echt bij me is, kan ik zelfs de uren niet meer bijhouden. De tijd
ontsnapt mij. Heel eventjes verdwijnt hij helemaal en wordt alles tijdloos.
Maar eigenlijk is dat niet verwonderlijk. Ik heb er zelfs een verklaring voor. Wanneer ik Illiveris leerde kennen, werd ik Briseis, zijn Prinses. Hij liet mij binnen in zijn wereld. En wanneer ik daar ben, neemt hij me mee over de grenzen van het gewone, naar zijn universum, dat het best kan worden omschreven door het woord ‘fantasie’. Hij toont mij dromen. Ik voel mij een personage uit het mooiste boek dat ik nooit heb gelezen. Het ietwat cynische meisje dat ik al m’n hele leven ken, is nu Prinses Briseis, de hoofdrolspeelster in Illiveris’ dromenwereld, vrij van tijd en onbegrensd in ruimte.
Maar eigenlijk is dat niet verwonderlijk. Ik heb er zelfs een verklaring voor. Wanneer ik Illiveris leerde kennen, werd ik Briseis, zijn Prinses. Hij liet mij binnen in zijn wereld. En wanneer ik daar ben, neemt hij me mee over de grenzen van het gewone, naar zijn universum, dat het best kan worden omschreven door het woord ‘fantasie’. Hij toont mij dromen. Ik voel mij een personage uit het mooiste boek dat ik nooit heb gelezen. Het ietwat cynische meisje dat ik al m’n hele leven ken, is nu Prinses Briseis, de hoofdrolspeelster in Illiveris’ dromenwereld, vrij van tijd en onbegrensd in ruimte.
We doorklieven de lucht op vliegende
pony’s. We dansen de Melkweg. We schrijden door wolkenpaleizen. Ik draag
jurkjes van gesponnen sterrenstof. We drijven op eikenblaadjes en rusten
temidden van kersenbloesems. We lopen over regenbogen van vergeten kleuren. We
zijn personages uit de Oosterse mythologie. Er grazen schapenwolkjes en het
sneeuwt er donzelingetjes. We beleven bedtijdverhalen. We leven dromen.
Natuurlijk mis ik Illiveris. De tijd
staat stil. Prinses Briseis is eventjes verloren. Ze kan alleen maar hopen dat
het ontbreken van een normaal tijdsverloop betekent dat haar tijd met hem nooit
hoeft te eindigen.
Geschreven op: 12 februari 2010
Geschreven op: 12 februari 2010
Reacties
Een reactie posten