Once upon a day in May 2010…
Zondag was een dag die draaide om timing. Super slechte en super goede timing, het eerste voor mijn liefje, het tweede voor ons allebei.
Zondag was een dag die draaide om timing. Super slechte en super goede timing, het eerste voor mijn liefje, het tweede voor ons allebei.
Net als ik groeit Illiveris op zonder
vader. Bij mij is dat echter al zo sinds mijn vijfde, bij hem sinds zijn
twintigste. Het einde is hetzelfde, het begin wellicht ook (begint alles niet
altijd met een jongen en een meisje die verliefd worden?), de verhalen zijn
echter helemaal anders.
In 2008, toen ik nog geen Briseis was,
spatte de veilige en vertrouwde bubbel waar mijn liefje – toen nog het liefje van iemand anders – al twintig jaar in vertoefde helemaal uit elkaar. De illusies
verlieten zijn wereld toen uitkwam dat zijn vader, Noiraud, zijn mama,
Myrtille, al negen jaar lang bedroog met Myrtille's beste vriendin, Nympho
lijkt een toepasselijke benaming. Négen jaar. Negen jààr. Bijna de helft van
Illiveris’ leven en meer dan de helft van zijn bewuste leven blijkt plots één
leugen te zijn. Daarbij komt nog dat noch Noiraud noch Nympho ook maar enig
schuldbesef lijken te hebben. Daarbij komt nog dat Noiraud zichzelf als
slachtoffer ziet. Daarbij komen ook nog dingen in verband met bedprestaties,
meer bepaald de bespreking en vergelijking ervan, die ik zelfs niet eens op
papier durf herhalen. En dààrbij komt dan ook nog eens het feit dat Noiraud en
Nympho nu een vrolijk gezinnetje spelen naast mijn liefje's deur. Letterlijk
vlak ernaast, als in: een muur delend. Sinds dat laatste wapenfeit wil zelfs
mijn immer geduldige Illiveris geen contact meer met Noiraud. Maar de realiteit
maakt het hem vaak heel moeilijk.
Zo ook afgelopen zondag. Net wanneer
mijn liefje naar het station wilde vertrekken, kwam zijn vader eraan. Het werd
een woordenwisseling met stemverheffingen langs beide kanten. Als je mijn
liefje kent, besef je nu al hoe ver Noiraud hem moet hebben gedreven. Je moet
echt al heel veel doen om Illiveris boos te maken. Ik heb nog niet ontdekt wat
precies en ik hoop dat ook niet snel te ontdekken. Normaal blijft Illiveris
àltijd rustig.
Waarschijnlijk om de slechte timing van
vlak daarvoor goed te maken en zijn emotionele evenwicht te herstellen, zag
Illiveris mij vlak na de confrontatie met zijn vader fietsen.
‘Helaba schoon kind!’,
hoorde ik opeens iemand zeggen vanuit een auto naast mij.
– ‘Illiveris!’,
lachte ik blij.
We stopten allebei, ik stapte af, hij stapte
uit. Meteen merkte ik dat mijn liefje iets van het hart moest. Illiveris
vertelde me wat er net was gebeurd en ik zag dat hij heel erg onder de indruk
was van zijn ruzie met de man met wie je geen ruzie maakt. Hij stond helemaal
te trillen. Helemaal in overeenstemming met de situatie begon het te regenen –
timing, timing, timing – maar dat was op dat moment het minste van mijn zorgen.
Illiveris had mij nodig, dat kon ik zien. Ik zette een stap dichter en deed het
enige wat ik op dat moment kon doen, ik omhelsde mijn liefje, hopend dat de
regen alle koude gevoelens zou wegspoelen en mijn omhelzing de warme gevoelens
zou terugbrengen en hem een beetje troost kon bieden.
Geschreven op: 3 mei 2010
Illiveris’ versie van de feiten: ‘The Clash of the Relatives’
Reacties
Een reactie posten