Once upon a day in May 2010…
Exact één week geleden mailde Illiveris me iets wat ik echt nog niet wist en wat me zo geruststelt nu ik het wel weet. Dit is hoe hij begon:
Exact één week geleden mailde Illiveris me iets wat ik echt nog niet wist en wat me zo geruststelt nu ik het wel weet. Dit is hoe hij begon:
Laat ons voor eens en voor altijd eens duidelijk maken dat Mr. Dramaqueen en ik een ander systeem gebruiken... Mr. Dramaqueen werkt met het Bergafsysteem. De relatie is stabiel omdat jij je schikt naar zijn grillen maar wanneer je het minste doet wat hem niet aanstaat, gaat het bergaf...
Dat is waar. Ik had dat nog nooit op die manier bekeken maar zo is het
echt. Ik geef één voorbeeld, maar wel één waarmee ik een heel boek kan vullen.
Dertien (13!) maanden lang moest ik elke dag (élke dag!) zo ongeveer om het uur
(echt om het úúr!) een sms sturen naar Mr. Dramaqueen(*).
En niet alleen wat betreft de frequentie had ik strikt opgelegde
regels, ook wat betreft de lengte van elk sms’je. Een sms bestaande uit één
deel (maximum 160 tekens) werd bestempeld als ‘kortaf’, minstens twee delen
dus.
Niet alleen wat betreft frequentie en aantal karakters had ik strikt
opgelegde regels, ook wat betreft de inhoud van het sms’je. Elk sms’je moest 1.
koosnaampjes, 2. verkleinwoorden en 3. emoticons bevatten. Het moest 4. origineel
zijn – na ruw, maar niet overdreven, geschat 10.000 sms’jes vind ik dat ik een
prijs verdien voor originaliteit – en, 5., enkel meerdere ‘x’-jes of iets dat
voluit werd geschreven (‘kus(je)’, ‘zoen(tje)’ etcetera) waren aanvaardbare
afsluitingen. Eén ‘x’ suggereert blijkbaar botheid, net als het ontbreken van
koosnaampjes, verkleinwoorden en emoticons. Ik wist dat niet, maar ik denk dat
dat allemaal in het Handboek voor
Gestoord Gsm-Gebruik moet staan en ik heb dat niet gelezen.
Wanneer ik één van die regels overtrad, volgde een woordenwisseling
waarin Mr. Dramaqueen zichzelf de slachtofferrol aanmat en zichzelf en mij
ervan probeerde te overtuigen dat ik hem niet even graag zag als hij mij. Dat
kan wel waar zijn, maar als dat zo is, komt dat net door de hele sms-tirannie.
Ik schreeuwde van de daken hoe ongelukkig en onder druk gezet ik me erbij
voelde. Ik had dagelijks sms-gerelateerde stress. Het was absurd.
Het werd trouwens ook nauwlettend in de gaten gehouden (en
waarschijnlijk opgetekend of ingegeven in Excel of zo) wie het vaakst als
eerste stuurde. Waarschijnlijk bestaan voor die berekeningen allerlei
cuckoo-formules, die vermoedelijk terug te vinden zijn in hoofdstuk 3 van het Handboek voor Gestoord Gsm-Gebruik, naar
alle waarschijnlijkheid getiteld: Cuckoo formules. Die balans was
uiteraard in mijn nadeel, want hoe kan je iemand voor zijn die de hele dag door
sms’t?
Ik leerde echter snel de trucjes. In het begin was ik braaf en hield ik
vooral nauwkeurig het uur van mijn laatste ontvangen sms bij en stuurde ik er
voor alle veiligheid maximum een uur later zelf maar eentje. Soms zette ik
daarvoor een alarm. Later werd ik ondeugender. Ik maakte sms’jes op voorhand en
wanneer de ‘tuut tuut’ weerklonk, stuurde ik snel zo’n voorbereid voorraad-sms’je
(‘zie je wel dat ik aan je dacht, we stuurden gewoon tegelijk dus je kan niet
zeggen wie deze keer eerst was’). Ik fakete platte batterijen, lege
herlaadkaarten en het uur waarop ik ging slapen. Een volle sim-kaart kon ik
helaas niet faken, want Mr. Dramaqueen had uiteraard afleverrapporten.
De mooiste momenten waren die nadat ik een slaapwel-smsje had gestuurd,
eentje had teruggekregen en m’n gsm mocht uitzetten. Als ik het vroeg genoeg
sms’te – maar uiteraard ook wel laat genoeg om geloofwaardig te zijn – kon ik
nog uren van mijn herwonnen vrijheid genieten. Een hele film kijken zonder iets
te moeten missen omdat je moet sms’en. Rustig een boek lezen, spelen met m'n schattige viervoetertje Pamplemousse of gewoon tijd en ademruimte hebben om na te denken.
Pas na een antwoord mocht ik trouwens ‘gaan slapen’ want anders moest
ik verplicht ongerust zijn over Mr. Dramaqueen. En o wee als ik daarvoor in
slaap durfde vallen, dat wees op onverschilligheid. Ik mocht dat natuurlijk
niet zeggen, maar onverschilligheid klinkt wel juist. Ik bedoel maar, wat kan
er in godsnaam met hem gebeuren? Behalve dan misschien gewurgd worden door zijn
eigen gsm wegens overdadig gebruik. Hoewel ik er vrij zeker van ben dat dat
alleen in mijn dromen kon.
Normaal zet ik trouwens niet eens mijn gsm uit als ik ga slapen, maar
tijdens die periode van mijn leven kende ik enkel innerlijke rust wanneer het
onmogelijk was voor mijn gsm om een ‘tuut tuut’ te produceren, een geluid waar
ik toen kippenvel van kreeg. Ik leefde in een sms-dictatuur.
Maar ik wijk helemaal af. Al het voorgaande kan je later nog uitgebreid
lezen in mijn autobiografische verhaal Oublie
les autres, l’enfer, c’est les sms. Illiveris ging verder:
Ik werk met het Vinkjessysteem: de relatie is stabiel en gelukkig en start waar het systeem van Mr. Dramaqueen zijn maximum bereikt, en soms kan je vinkjes verdienen die mij nog extra gelukkig maken... Maar bergaf, nee, bergaf of boos, dat kennen we niet in dit systeem...
Hoera!
Hoera!
Hoera!
O woorden, mooie woorden. ‘Stabiel’, ‘gelukkig’, ‘extra gelukkig’,
‘bergaf, nee, bergaf of boos, dat kennen we niet(…)’! Zelfs het tweede woord na
de dubbele punt maakt me niet meer zo bang (al wil dat nog niet zeggen dat ik
het zelf vaak ga gebruiken, zeker niet wanneer het woord ‘ding’ nog even goed
werkt, maar dat was hiervan ook helemaal niet de bedoeling).
(*) Mr. Dramaqueen = mijn ex
Geschreven op: 17 mei 2010
Reacties
Een reactie posten