Rubis
vertelde mij enkele jaren geleden in een mailtje dat zij weleens quinoa at. Ik
kende het niet, maar las het woord spontaan als ‘kie-nooja’. Later ontdekte ik
dat je het eigenlijk hoort uit te spreken als ‘kien-wah’. Maar om één of andere
reden blijft het woord koppig als kie-nooja’ uit mijn mond komen. Hopelijk heb
ik hiermee sommige anderen gered van hetzelfde lot. En anders spreken we wel af
dat we het vanaf nu gewoon met z’n allen als ‘kie-nooja’ gaan uitspreken. De taal
zal wel zwichten!
Soit.
Het supergraan dat eigenlijk geen graan is, krijgt steeds meer aandacht. 2013
is zelfs uitgeroepen tot het Jaar van de Quinoa. En terecht. De korreltjes
barsten van de vitaminen.
Onlangs
vond ik het dan ook hoog tijd om deze supergezonde superfood te introduceren in
ons weekmenu. Helaas vond ik het niet meteen superlekker… Terwijl ik dat
bijvoorbeeld wel had bij couscous. Maar ik gaf niet op. Zo veel vitamientjes
negeer ik nooit. Ik moest en zou quinoa-combinaties vinden die net zo lekker
als gezond zijn.
Als
mensen tegenwoordig nog ‘eureka!’ zouden roepen, dan zou ik dat hebben gedaan
op 27 februari 2013. Toen maakte ik mijn vierde quinoa-creatie, en de eerste
die mijn hart stal: mijn quinoamuse.
Quinoamuse |
Wat heb je nodig voor 2?
- 125 g quinoa (Kien-wah! Kien-wah! Kien-wah!)
- 3 dl water met 1/2de bouillonblokje (Maakt niet veel uit welk. Ik nam er eentje speciaal voor pasta- en rijstgerechten.)
- 1 sjalot
- 1 teentje knoflook
- 125 g champignons (Wat neerkomt neer op een half bakje. Zo’n half klein bakje, niet zo’n half groot bakje.)
- 1/4de broccoli
- Enkele (half)zongedroogde tomaatjes
- Beetje citroensap
- (Diepvries)basilicum
- Peper & zout
- Bakboter
- Olijfolie
Wat moet je doen?
- Kook de quinoa in het water met het halve bouillonblokje.(*) Doe dat maar op een zacht vuurtje, in een antikleefpot met een deksel erop. Het is de bedoeling dat het water volledig wordt opgenomen door de quinoa. Wanneer dat is gebeurd, is de quinoa klaar. Normaal duurt dat zo’n 15-20 minuutjes. Maar kijk er maar goed op tijd eens naar, zodat de quinoa niet aan de bodem gaat kleven.
- Verdeel ongeveer een vierde van een broccoli in kleine roosjes en de steeltjes van de broccoli in cilindertjes/blokjes die nog net iets kleiner zijn dan de roosjes. Op die manier hebben roosjes, cilindertjes en blokjes allemaal dezelfde gaartijd. Als dat geen zin is die je nooit had verwacht te zullen lezen! Stoom (of kook) de kleine broccoli’tjes gaar in ongeveer 2 à 3 minuten.
- Snipper ondertussen de sjalot fijn en stoof de sjalotsnippers aan in een combinatie van boter en olijfolie in een antikleefpannetje. Snijd ook de champignonnetjes fijn – in stukjes of plakjes, wat je zelf graag hebt – en voeg ze toe aan de sjalot. Doe hetzelfde met de look.(**)
- Kruid de sjalot, champignons en look met peper, zout en diepvriesbasilicum. En blus het pannetje af met wat citroensap.
- Snijd de (half)zongedroogde tomaatjes in kleinere stukjes en voeg ook die toe.
- Kap de hele smaakbom uit je pannetje in de quinoa en meng.
- Om nom nom.
(*) Als je meer quinoa neemt, moet je
ook meer water of bouillon nemen. De verhouding is hier hetzelfde als bij rijst: 1 kop
quinoa = 2 koppen water. Het makkelijkst is om je quinoa in een maatbeker af te
wegen op de keukenweegschaal, dan te kijken tot aan welk streepje de quinoa
komt en de maatbeker daarna dubbel zo vol te gieten met water/bouillon. Ik doe
trouwens niet meer mee aan de quinoa eerst spoelen, want dat verandert volgens
mij niet zo heel veel aan de smaak.
(**) Dat moet niet per se in de volgorde
sjalot – champignons – look. Van mij mag je ook sjalot – look – champignons, champignons
– look – sjalot of champignons – sjalot – look doen. Maar je begint best nooit
met de look, want voor je het weet, is die verbrand en dan wordt die bruin en
bitter.
Reacties
Een reactie posten