Doorgaan naar hoofdcontent

Voor mij een roze ‘L’ graag – Deel III: aMuse Rouge rijdt rondjes

Minder dan een maand geleden wist ik amper welke pedaal de koppeling, welke de rem en welke de gas was, en had ik mij nog nooit van m’n leven in het verkeer gewaagd achter het stuur van een auto.

Over minder dan een maand mag ik een blauwe ‘L’ kleven op de achterruit van een auto, in die auto stappen en ermee wegrijden naar eender waar. Maar niet voordat ik heb gevraagd of ze die ‘L’ niet in het roos hebben!

In minder dan een maand tijd heb ik heel veel geleerd, en dan vooral dat je heel veel dingen kan leren in minder dan een maand tijd…

Rijden, Rouge, rijden!

Tijdens mijn derde rijles heb ik zo ongeveer alle ronde punten van Vlaanderen gedaan. Volgens mij was de bedoeling om mij zo veel mogelijk te ambeteren laten oefenen met terug- en opschakelen. Het schakelen doe ik namelijk nog niet reflexmatig. Ik blijf nadenken over elke stap, en tijdens het schakelen zelf pauzeer ik nog steeds eventjes in het midden, om de versnellingspook vervolgens rustigjes naar links en dan naar achter of recht naar voor te duwen.

Bij ervaren chauffeurs mag je niet met je ogen knipperen wil je hen zien schakelen, bij mij kan je gerust een powernapje doen zonder het begin of het einde te missen. Maar ik trek het me niet aan. Mijn rij-instructeur blijft erbij dat ik het goed doe. En ik kies ervoor om hem te geloven. Voor ik aan m’n rijlessen begon, had ik allerlei mogelijke rampscenario’s in gedachten, en moeten wachten op reflexen die zich nog moeten ontwikkelen, was er absoluut geen van.

Ik begin er trouwens echt plezier in te krijgen, in dat rondtuffen. Je beleeft avonturen zo onderweg, ongelofelijk. Zo stond ik voor de allereerste keer in de file in Mortsel! Hoera, een mijlpaal! Wanneer mensen weer eens zitten zagen over de files in Mortsel, kan ik vanaf nu mee met mijn ogen rollen, verwoed met mijn hoofd schudden en op een toon alsof mij persoonlijk onrecht werd aangedaan, zeggen: “Ja, ik heb er ook al in gestaan, hoor, in zo’n file in Mortsel!” Wanneer ik er dan af en toe ook nog eens de woorden “schandalig!” en “die Pira!” tussen gooi, hoor ik er vast helemaal bij!

Volgens mij begint mijn rij-instructeur er ook echt plezier in te krijgen om naast mij te zitten terwijl ik met hem zit rond te tuffen. Met mij kan je namelijk al eens lachen. Bijvoorbeeld wanneer je mij twee keer binnen het kwartier dezelfde bocht laat nemen. Dan zeg ik de eerste keer: “amai seg, dit is een rare bocht, die blijft maar komen!” En de tweede keer: “amai seg, weeral zo’n bocht!” En wanneer je dan merkt dat ik geen grapje maak, is het hilariteit gegarandeerd. Ik ben zo iemand die niet ziet wanneer een gebouw er de ene dag niet staat en de volgende dag al half. Of wanneer een gebouw er wel staat en de volgende dag niet meer. Of wanneer er een knappe man voorbijkomt, tenzij hij een hondje bijheeft. En ik ben blijkbaar ook zo iemand die je in een rondje kan sturen zonder dat ze dat doorheeft…

Reacties

Populaire posts van deze blog

Kalkoenstoofvlees met kriekbier

Dit maakte ik met kerst bij m’n mama, maar ik vergat het simpelweg te bloggen. Aangezien volgende week de Vasten beginnen (wat voor mij betekent: Dagen Zonder Vlees), krijg je het receptje nu nog van mij. Je hebt nog een week de tijd om dit te maken. Ren maar snel naar de winkel, want het is de moeite! Stoofvlees maak je meestal niet voor twee, hé. Dit recept is voor een hele pot, genoeg voor zes personen. Of voor meerdere dagen met minder personen. Wat heb je nodig (6 personen)? 1,2 kg kalkoenstoofvlees 6 rode uien 6 teentjes knoflook 3 el lichte cassonade ( Kinnekessuiker .) 6 el rode wijnazijn 4 el maïzena 2 x 25 cl kriekbier 500 ml kippenbouillon 3 sneetjes peperkoek Mosterd 3 takjes verse tijm 3 blaadjes verse of gedroogde laurier Stoofvleeskruiden Peper & zout Bakboter Wat moet je doen? 1. Smelt een klont bakboter in een stoofpot en bak er het kalkoenstoofvlees in aan. Zorg ervoor dat het vlees niet op elkaar ligt, anders stooft het in

Kerstrecept: Varkenshaasje met druivensaus

Koken in een andere keuken dan de mijne, ik doe dat niet zo graag. Je weet niets staan. Je kan je eigen vertrouwde gerief niet gebruiken. En het ergst van al: je moet koken op een vreemd vuur. Soms heb je echter geen keuze. Op kerstavond bij de familie van je lief bijvoorbeeld. Normaal ben ik zen in de keuken, maar het kerstmaal – nu ja, het kersthoofdgerecht – voor zeven man bereiden op een vreemd vuur, dat bezorgt mij toch een beetje zenuwen. Zeker als het zo’n vuur is zonder vuur, een inductiekookplaat. *insert evil music* Ik zie graag een vlam. Ik heb voeling met een vlam. Ik weet precies hoe groot mijn vlam moet zijn om witloof te stoven. Bijvoorbeeld. Wat ik echter niet weet, is welke nummer ik daarvoor moet kiezen. Het witloof dat mijn kerstgerecht vergezelde, was dan ook niet hoe ik het wilde hebben. Ik hou van stronkjes die intact blijven, mooi gekarameliseerd zijn en hier en daar een bruin kleurtje hebben. Zeker op kerstavond. Maar Merlot zegt dat ik moet stoppen

Review kookboek Gino’s Pasta – Gino D’Acampo

Wanneer deze review online komt, zit ik nog onder de zuiderse zon te genieten van het beste wat Italië te bieden heeft. Daarom vond ik het wel toepasselijk om deze keer mijn favoriete Italiaanse kookboek te reviewen. Een boek vol pasta’s, mijn nummer één favoriete gerecht! Ik kocht Gino’s Pasta in 2011 op de Boekenbeurs. Toen ik het toonde aan vrienden en familie dachten ze allemaal dat ik het voor de looks van de schrijver had gekocht. Heel eerlijk? Neen! Hij doet mij zelfs niets eens iets. Ik vermeld dit er maar bij zodat je weet dat mijn lovende woorden helemaal niets met den Gino te maken hebben. Dit is gewoon één van die zeldzame kookboeken waaruit je letterlijk àlles zou willen maken. Indeling & inhoud Zoals wel meer kookboeken, begint ook dit met een korte inleiding van de auteur. Daarna volgen enkele bladzijden geschreven door voedingsdeskundige Juliette Kellow. Zij legt uit waarom pasta best past binnen een evenwichtig eetpatroon. Veel mensen hebben schri