Toen ik in het vijfde leerjaar voor het eerst het zinnetje Fanfreluche est une poupée hoorde, werd ik op slag verliefd op la langue de l’amour . Sinds dat moment is de mooiste taal die bestaat niet meer uit mijn leven weg te denken. Twaalf jaar lang leerde ik elke dag de mooiste woorden kennen. Ik ontdekte met groeiende interesse de vele grammaticaregels en de talloze uitzonderingen op die regels die het Frans zo eigen maken. Ik ontwikkelde een taalgevoel dat me toeliet de grammatica een beetje te vergeten en automatisch toe te passen. En boeken schetsten een beeld van de Franse geschiedenis, de rijke literatuur en unieke eetcultuur. Toch had ik nog nooit het échte Frankrijk gezien. Ik ben drie keer in Parijs geweest: een keer met school, een keer met Mer en een keer met Ecarlate en haar broer. Maar een hoofdstad geeft volgens mij nooit een goed beeld van de rest van het land. Dus dat telt niet echt mee. En ik ben een keer naar Lille geweest. Maar dat was een schoolreis van een d...