Net als alle B-vitamines helpt ook B3 bij het omzetten van glucose, eiwitten en vetten in energie. Die energie is onder andere nodig om ons spijsverteringsstelsel op peil te houden. Specifiek speelt de vitamine een cruciale rol in de vetstofwisseling, met andere woorden: het verwerken van vetten. Zo zorgt vitamine B3 ervoor dat goede – onverzadigde – vetten in de hersenen terechtkomen (bijvoorbeeld die uit vette vis, avocado, noten…). Op die manier beschermt de vitamine tegen cognitieve achteruitgang.
Ook zorgt vitamine B3 ervoor dat de
hoeveelheid ‘goede
cholesterol’ in het lichaam stijgt. Die goede cholesterol verwijdert
de slechte uit het bloed. Op die manier beschermt vitamine B3 dus tegen hart- en
vaatziekten. Daarnaast houdt vitamine B3 ons bloedsuikergehalte in evenwicht.
Een laatste belangrijk feit is dat de
vitamine de DNA-celdeling
controleert. Ze zorgt ervoor dat ons DNA op de juiste manier wordt
gereproduceerd. Op die manier speelt vitamine B3 dan ook een rol in het voorkomen en
behandelen van kanker. Tumoren ontstaan immers door een abnormale,
ongecontroleerde celdeling.
Een teveel aan vitamine B3 dat je uit
voeding haalt, wordt uitgescheiden via de urine en is dus niet schadelijk. Al
kan je door te veel vitamine B3-supplementen wel gaan blozen of zweten.
Dierlijke bronnen? De beste
dierlijke bronnen zijn eiwitrijke producten, zoals gevogelte, vis, rood vlees en lever.
Plantaardige bronnen?
Kastanjechampignons
zijn een ontzettend goede plantaardige bron, maar ook asperges, avocado, dadels, granen, peulvruchten, noten
en zoete
aardappelen
zijn een heel goed idee.
Met behulp van vitamine B2, B6 en ijzer
kan het lichaam vitamine B3 ook zelf aanmaken uit het aminozuur tryptofaan,
en dat haal je dan weer uit zuivelproducten, eieren en gevogelte.
Deze samenvatting is gebaseerd op het
boek Super Eating van Ian Marber en mijn cursus Afslankingsconsulente van het CVA.
Reacties
Een reactie posten