Wat zal ik doen met de rest van
de atjar taugé die ik maakte voor de Foe Yong Hai? Zo begon dit gerecht. Als bijgerecht
bij de Chinese omelet had ik maar zo’n 100 g sojascheuten (taugé) nodig, maar
in een zak zit natuurlijk 500 g. Ik had al die sojascheuten verwerkt tot atjar
taugé, omdat ze zo langer houdbaar zijn. Maar dan, in wat voor gerecht
kan je het Indonesische bijgerecht nog verwerken? In een Indonesisch gerecht! O,
o! Gado gado! Dat is zó lekker dat het wel een variant verdient. Zo kan je het nog vaker op het menu zetten zonder dat het te eentonig wordt.
Het gebeurt me niet vaak,
maar ik maakte echt te veel. In het recept hieronder heb ik de hoeveelheden dan
ook aangepast, maar die komen dus niet overeen met wat je op de foto ziet,
mocht je het je afvragen.
Ik leg hieronder trouwens nog
eens uit hoe je atjar taugé maakt. Zo hoef je dat niet te zoeken bij het recept voor Foe Yong Hai.
Noedelsalade
- 100 g rijstnoedels
- ¼ komkommer
- 3 lente-uitjes
- 2 eieren
- Scampi’s (Ik vind het moeilijk om hierbij een hoeveelheid voor twee personen te geven, aangezien dat heel erg afhangt van de grootte van de scampi’s.)
- Peper en zout
- Olie (Arachide-, maïs- of eventueel olijfolie.)
Atjar taugé
- 100 g sojascheuten (taugé)
- 1 dl water
- ½ dl azijn
- 1 el (riet)suiker
Gado
gado-saus
- 1 sjalot
- 1 teentje knoflook
- 1 ½ el pindakaas
- 1 ½ dl kokosmelk
- 1 ½ el zoete sojasaus (ketjap manis)
- Limoen
- Chilivlokken
- Olie (Arachide-, maïs- of eventueel olijfolie.)
Wat moet je doen?
1.
Maak de atjar taugé. Doe het water, de azijn en de suiker in een klein pannetje
en breng het aan de kook. Doe de sojascheuten in een kom en overgiet met het
kokende mengsel. Laat het geheel afkoelen.
2.
Maak de gado gado-saus. Pel de sjalot en de knoflook,
versnijd ze grof en bak ze glazig in de olie. Roer daarna de pindakaas erdoor en
voeg de kokosmelk toe. Laat de kokosmelk goed warm worden, zodat de pindakaas
er mooi mee versmelt, en zet er daarna de mixer in. Voeg de ketjap
manis toe aan de gado gado-saus en breng de saus op smaak met een flinke snuif
chilivlokken en wat limoensap.
3.
Kook de eitjes gaar in 8-9 minuten. Laat ze afkoelen. Kook in hetzelfde water
(als dat nog proper is) de noedels beetgaar en spoel ze daarna onder de koude
kraan.
4.
Terwijl de noedels opstaan, kan je het stukje komkommer wassen en in fijne reepjes
snijden en de lente-uitjes in dunne ringetjes.
5.
Doe de komkommer, lente-ui en de intussen lauwe noedels in een kom, schep de
atjar taugé erbij (zonder het vocht) en kruid alles met peper en zout.
6.
Kruid de scampi’s met peper en zout, bak ze aan in wat olie en doe ze dan bij
de gado gado-saus. Warm het geheel nog eens op en stort het daarna uit over de
noedels en de groentjes. Pel de eitjes, snijd ze in twee of in vier en leg ze
erbij.
Variatie
Voeg 100 g beetgare groene boontjes toe, maar laat in dat geval de scampi’s weg, anders wordt het echt te veel.
Reacties
Een reactie posten